hunebedjes.nl - Ilse Duijvestein
Samenvatting
Meme: niet-genetisch overgedragen onderdeel van een cultuur, in het bijzonder overgedragen door imitatie (1976, Richard Dawkins) (Goldschmidt).
 

Het gerucht gaat dat de kunstenaar daadwerkelijk bestaat. Hij schijnt een bijzonder innerlijk te hebben en vooral bijzondere dingen te maken en te doen. Dit is een misverstand want de kunstenaar is fictie. De grondgedachte van deze fictie is: de mens die de wereld maximaal verbijzondert. De kunstenaar, de homo artifex (voorheen homo artistiekus), wordt gehanteerd in kunst- en kunstenaarstheorieën (theorieën over kunst en over de kunstenaar) en kan daarbuiten alleen een mentale vergelijkingsbasis zijn. De kunstenaar bestaat dus niet, hij is verzonnen. Vertellen dat hij bestaat is een cultureel overgedragen gewoonte, een meme.

Uit heel wat uitingen van (heel wat) mensen, inclusief de omgang daarmee, blijkt immers dat mensen van alles verzinnen waaronder inderdaad fictieve mensen zoals de homo artifex, de kunstenaar. Ook verzinnen zij graag functies. Bovendien verbijzonderen ze graag datgene (en diegene) waarom (en om wie) ze geven, zoals hun vele bijzondere verzinsels. Veel van hun gedachten hanteren mensen spontaan als realiteit omdat ze hieraan behoefte hebben.

Zodoende zijn inmiddels aan de kunstenaar, die alleen bestaat in gedachten, een bijzondere veelzijdigheid toegewezen en veel verschillende (bijzondere) functies. Om enig inzicht te bieden in die immense hoeveelheid kunstenaarsfuncties zijn daaruit acht opvallende functies geselecteerd. Deze zijn de functies die blijken uit menselijk gedrag en die tegenwoordig het meest worden besproken en genoemd binnen interessante systemen rond de kunstenaar. De geselecteerde functies zijn: representeren (van geruststelling of van bijna onhanteerbaarheid), verlossen, de zonderling uithangen, mythen brengen, een groepsgevoel mogelijk maken, een gemaximaliseerd (oordeels)vermogen uiten, theorieën over waarneming bevestigen en produceren voor ‘de lange staart’ van de markt (‘de lange staart’: zie verderop). De functieomschrijvingen volgen na de volgende alinea.

Niemand kan de kunstenaar zijn, hij bestaat immers alleen in gedachten en kenmerkt zich door een onverwezenlijkbare veelzijdigheid. Maar iedereen kan een kunstenaarsfunctie of kunstenaarsfunctiecombinatie vervullen of aannemen. Iedereen kan dus als de kunstenaar te werk gaan en iedereen die dat nodig vindt, kan de wereld verbijzonderen. Een kunstenaarsfunctie(combinatie) is te vermarkten door bijvoorbeeld de afzetmarkt te volgen, te sturen of door zomaar wat aan te rommelen. Degene die vindt dat een gekozen aanpak slecht werkt, kan kiezen voor een andere.

Een eerste invulling van de eerstgenoemde kunstenaarsfunctie, representeren, is geruststelling representeren. Dit betekent bijzondere elementen maken die vooral gemoedsrust, troost en hoop bieden. Zo’n geruststellend element is duidelijk herkenbaar als een bijzonder werk en het is vooral helder en vormvast. Vrijwel alle zogeheten abstracte, figuratieve, minimalistische, verhalende en conceptuele werken, zijn geruststellend. Bij deze invulling van de eerstgenoemde kunstenaarsfunctie hoort de vooronderstelling dat het leven zin heeft.
Een andere invulling van de eerstgenoemde kunstenaarsfunctie is bijna onhanteerbaarheid representeren. Dit betekent bijzonder werk (werk is inclusief verrichtingen) leveren dat -binnen een veilige context- eerder afgesproken grenzen kietelt of tart en dat andermans verzwegen behoeften uitlokt. Bijna onhanteerbaar werk is meestal redelijk figuratief en tegenwoordig ziet het er vaak uit als (bijzondere) rotzooi. Bij deze invulling van de eerstgenoemde kunstenaarsfunctie hoort de vooronderstelling dat het leven altijd meer heeft te bieden dan het vandaag biedt.

Een tweede kunstenaarsfunctie is verlossen. Dit betekent bijzonder werk (verrichtingen) leveren dat mensen tijdens een (gepland) bezoek daaraan de dagelijkse beslommeringen en hun levensdoel doet vergeten en dat ze het gevoel geeft als het ware in tijdloosheid te zijn. Verlossend werk moet (bijzonder) nutteloos aandoen omdat een bezoeker zich anders te snel het eigen functie- en/of doelgerichte leven herinnert. Ook doet het meestal wat abstract aan. Bij deze functie horen de vooronderstellingen dat er een dagelijks of alledaags leven bestaat, dat het leven soms zwaar is en dat verlichting is te vinden in ontsnapping.

Een derde kunstenaarsfunctie is aan een samenleving deelnemen als zonderling (vroeger de zondebok). Dit wil zeggen: zich binnen een samenleving gedragen als controleerbare excentriekeling. Er hoeft niks te worden gemaakt. Het belangrijkste zijn namelijk de aanwezigheidsbereidheid en de pogingen tot deelname aan de bezigheden van de numeriek grootste groep in de betreffende samenleving. Documenten met een omschrijving van mogelijk te maken werk, zoals bijzonder veel stukken getiteld ‘aanvraagformulier’, maken beoordeling van afwezig werk door derden overigens wel mogelijk. Bij deze functie horen de vooronderstellingen dat de mens van nature nieuwsgierig is en dat veel mensen andermans nieuwsgierigheid nodig hebben voor de ontluiking van die van zichzelf.

Een vierde kunstenaarsfunctie is mythen brengen. Dit betekent bijzonder werk (verrichtingen) leveren dat mensen uitnodigt vertrouwen te hebben in anderen en als gevolg hiervan in de wereld. De context van de mythe bepaalt dat de maker anoniem moet zijn en hierdoor is financiering door derden die bijvoorbeeld zonder overleg hun eigen vertrouwen kunnen vertrouwen, veelal noodzakelijk. Anoniem werk is (onder meer) vaak weinig veranderlijk, enigszins onduidelijk en multi-interpretabel. Degene die deze functie vervult moet ‘goede’ en ‘slechte’ mythen kunnen onderscheiden en hij moet kiezen voor de goede.

Een vijfde kunstenaarsfunctie is faciliteren: mensen voorzieningen aanbieden die een groepsgevoel mogelijk maken. Dit wil zeggen bijzonder werk (verrichtingen) leveren dat onder meer de uiting en de bevestiging van de gemeenschappelijke gewoonten van mensen binnen een bepaalde groep mogelijk maakt. De functie is, evenals de functie mythen brengen, sociaal georiënteerd. De bekendheid van de maker is nu echter zeer gewenst in plaats van vrijwel verboden. De gemeenschappelijke interesses binnen een groep zijn vaak ook andere onderwerpen dan het onderhavige werk, zoals vakantie en een bijzonder grote vis. Groepsgebonden werk is vaak goed bespreekbaar betreffende bijvoorbeeld vorm en/of theoretische verbanden. Bij deze functie horen de vooronderstellingen dat ‘ons soort mensen’ bestaat en dat de mens een groepsdier is.

Een zesde kunstenaarsfunctie is maximaliseren. Dit wil zeggen het eigen (oordeels)vermogen maximaliseren en uiten in een bijzonder werk (verrichtingen). Zo’n werk is bij voorkeur toegankelijk voor derden. Degene die deze functie vervult kan kiezen om vanaf het begin een grote mate van toegankelijkheid van een werk even belangrijk te achten als uiting van het gemaximaliseerde (oordeels)vermogen. Ook kan hij de toegankelijkheid op de tweede plaats zetten of besluiten keuzen hierover niet te forceren. Gemaximaliseerd werk is eigenlijk alleen te bespreken op een bepaald moment en alleen door de aanwezige personen en dan vooral als, meestal prettige, tijdbesteding. Geconstateerde kenmerken van een werk zeggen namelijk niets over kenmerken van ander werk of die van het betreffende werk op een ander moment. Ze kunnen geen vergelijkingsmateriaal zijn. Wanneer degene die deze functie uitoefent het haalbaar acht van te voren beslissingen te kunnen nemen over de mate van toegankelijkheid van een werk, vooronderstelt hij vooral dat de (toekomstige) verwachtingen en interesses van derden hem reeds nu bekend zijn.

Een zevende kunstenaarsfunctie is theorieën over waarneming bevestigen. Dit betekent tegenwoordig vooral dat (bijzondere) theorieën over neurologische stoornissen moet worden waargemaakt. Degene die deze functie vervult heeft de vermeend onvrijwillige stoornis behoorlijk onder controle. Bijzonder neurologisch werk (verrichtingen) is meestal bijvoorbeeld zorgvuldig afgewerkt (uitgevoerd) en het is zeer materieel of bijna immaterieel. Bij deze functie hoort in elk geval de vooronderstelling dat derden baat hebben bij de resultaten van andermans omgang met de waarneembare wereld.

Een achtste kunstenaarsfunctie is produceren voor ‘de lange staart’. Dit betekent bijzonder werk maken dat terechtkomt in dat deel van de markt dat is ontstaan door het gebruik van het internet. ‘De lange staart’ bestaat uit veel dingen die in een relatief kleine oplage zijn geproduceerd en die via het internet kunnen worden verkocht aan een enkele geïnteresseerde. Het werk is op dit moment vooral digitaal (zoals muziek) maar alles waarover via het internet kan worden gecommuniceerd is in potentie onderdeel van ‘de lange staart’. Bij deze achtste en tevens laatstgenoemde functie hoort vooral de vooronderstelling dat niemand uniek is.

 
terug

 

Copyright_Duijvestein www.kleurpunt.nl